TAGMEMBRANER EPDS OPDATERING

    De bijgewerkte EPD’s tonen aan dat onze producten op vlak van van duurzaamheid een grote sprong voorwaarts hebben gemaakt, met tot 75% minder CO2-uitstoot.

    Sant Celoni, Barcelona, 30/10/2023RENOLIT,  leider in de sector van hoogwaardige membranen, films en andere kunststofproducten, stelt de  nieuwe, bijgewerkte milieuproductverklaringen (EPD’s) voor het gamma RENOLIT ALKORPLAN dakbanen voor.

    De herziening van de EPD’s voor dakproducten toont concreet hoe sterk het bedrijf zich inzet voor efficiëntere, resistentere en duurzamere producten, in lijn met de nieuwe “Protect What Matters” duurzaamheidsstrategie.

    De rol van EPD’s in de verduurzaming van de bouwsector

    Gebouwen hebben gedurende hun totale levenscyclus  - van de bouw en de gebruiksfase tot de uiteindelijke sloop - een belangrijke impact op het milieu. Volgens het Internationale Energieagentschap is de bouwactiviteit verantwoordelijk voor 30% van het wereldwijde energieverbruik en 26 % van de totale energiegerelateerde uitstoot. Zelfs al worden er steeds meer efficiënte en hernieuwbare bouwtechnologieën gebruikt, toch zal de sector zijn inspanningen moeten opdrijven om de Net-Zero doelstellingen voor 2030 en 2050 te halen. En om dat te bereiken is meer transparantie nodig over de milieu-impact van bouwproducten.

    De vraag naar duurzaamheid beïnvloedt steeds meer de keuzes op de markt, want klanten – en fabrikanten – besteden niet alleen meer aandacht aan de technisch productgegevens, maar ook aan de milieuprestaties.

    “ Een EPD of milieuproductverklaring verschaft essentiële informatie over de milieuprestaties en impact van producten en diensten en voegt zo een nieuwe dimensie toe aan de markt. Aangezien de in de EPD’s opgegeven parameters vastgelegd zijn volgens de internationale standaard ISO 14025 (Milieuverklaringen van het type III), bieden ze waardevolle informatie die cruciaal is voor het uitvoeren van levenscyclusanalyses van gebouwen”, verduidelijkt Jennifer Witty Che, Sustainable Manager bij RENOLIT ALKORPLAN.

    “Maar,” voegt ze eraan toe, “we mogen niet vergeten dat een EPD informatie geeft over de milieu-impact van een product, maar dat de volledige prestatie van een gebouw wordt gemeten aan de hand van het totale plaatje: de levensduur van het gebouw, de noodzakelijke onderhoudswerken en wat er gebeurt met de producten na hun levensduur: storten, hergebruiken of recycleren. Daarom is het voor fabrikanten van groot belang om hun EPD’s zo actueel en gedetailleerd mogelijk te houden.”

     

    Meer transparantie over de duurzaamheid van producten voor een beter geïnformeerde keuze

    Het regelmatig bijwerken van milieuproductverklaringen bewijst niet alleen dat een leverancier dit ernstig neemt, maar toont ook de verantwoordelijkheid naar klanten toe. Zo kunnen klanten weloverwogen keuzes maken en al vanaf de ontwerpfase nadenken over de duurzaamheid van gebouwen.

    Omdat EPD’s gebaseerd zijn op internationaal vastgelegde normen, worden ze algemeen gebruikt als informatiebron bij het afsluiten van contracten en het inkopen van producten. Maar het is belangrijk te weten dat de regelgeving die de EPD-normen vastlegt een bepaalde vrijheid laat om te kiezen welke levenscyclusstadia opgenomen worden en hoe invoergegevens te evalueren.

    “Hoewel er in verschillende sectoren afspraken zijn gemaakt, is het verkeerd om producten te vergelijken. De invoergegevens kunnen immers verschillen of op een andere manier gewaardeerd zijn. Daarom is het belangrijk om te vertrouwen op partners die de verduurzaming van hun producten heel ernstig nemen, onder andere door hun EPD’s regelmatig bij te werken, En dat is precies wat wij bij RENOLIT ALKORPLAN doen”, legt Witty Che uit.

    De bijgewerkte EPD’s voor RENOLIT ALKORPLAN dakbedekkingsproducten tonen een aanzienlijke vermindering van CO2-uitstoot gedurende de levenscyclus van de producten.

    “De bijgewerkte EPD’s tonen een serieuze verlaging van de productemissies van 50% tot 75%, afhankelijk van het product”, besluit Witty Che. “ Dit is deels te danken aan de optimalisatie van productieprocessen (stappen A1-A3) en een beter afvalbeheer (stap C3), aangezien we nu ook productiesnijafval terugnemen.”